Salar de Uyuni, 3 days, 2 nights

6 augustus 2018 - Uyuni Salt Flat, Bolivia

Na twee dagen in Uyuni te hebben verbleven, waar overigens niet veel te belven valt en het steenkoud is, begint mijn driedaagse avontuur. Ik wordt opgehaald door Luis, onze gids en de auto zit al vol. Een moeder en dochter uit Duitsland, een Cubaan en een stelletje uit La Paz, Bolivia. Een gemêleerd gezelschap. De eerste stop die we maken is het treinkerkhof. De treinen, afkomstig uit Amerika en Engeland, zijn daar achtergelaten nadat de grootse plannen om een groot treinnetwerk op te zetten, niet doorgingen. Nu is het dus een bonk staal wat is achtergebleven. 

Hierna vervolgen we onze weg en wordt eerst mijn backpack afgedropt en huur ik een slaapzak, aangezien het erg koud kan zijn. Dan wordt de lunch opgehaald en zetten we onze reis verder naar Salar de Uyuni. De op een na grootste zoutvlakte op aarde met een oppervlakte van 10.582km². Het is indrukweekend om te zien, als je door een wit landschap rijdt, omringd door bergen in de verte. We stoppen bij de zogenoemde zoutogen; ojos de sal. Hier borrelt water omhoog en het water is natuurlijk zout. Door de regen dat er valt, wat verdampt, wordt er zout gecreëerd. Dan is het tijd voor de lunch in het eerste en enige en verlaten zouthotel. Dit hotel is gebouwd om toeristen de kans te geven om op de zoutvlaktes te verblijven. Maar de regering heeft het na een tijdje gesloten, vanwege de vervuiling. Nu is het de plaats waar de tours stoppen om te lunchen. Een paar honderd meter voor het hotel staat een groot zoutbeeld van de Dakar, die in 2016 over de zoutvlaktes is gekomen. Als we de heerlijke lunch verorberd hebben, rijden we een heel stuk verder om de bekende en grappige foto's te maken. Onze gids Luis is een uitstekend fotograaf en komt met verschillende ideeën om leuke foto's te maken. Omdat de zon schijnt, is het niet super koud gelukkig. Na de fotoshoot, gaan we op weg naar een van de ongeveer 27 'eilanden'. Dit is een grote rotsformatie met daarop cactussen. Best bijzonder om te zien, omgeven door een wit landschap van zout. Om het eiland te betreden betaal je 30 Bolivianos (€3,75), maar aangezien je de cactussen vanaf de parkeerplaats kunt bewonderen, besluit ik om niet de entree te betalen. En dan gaan we naar een klein plaatsje dat San Juan heet om de nacht te verblijven. In de comedor (de eetzaal) is het aangenaam, maar verder is het erg koud. Er is wel een warme douche, waarvoor je 10 Bolivianos (€1,25) moet betalen, maar aangezien het idee om me uit te kleden me niet echt aanstaat en er maar 1 douche is voor een man of 40, skip ik de douche maar. Ik deel mijn kamer met de Cubaan en na het avondeten gaan we vroeg slapen. Ook dit hotel is opgemaakt uit zoutblokken. Het is een klein dorpje in the middle of nowhere. En ik kan me niet voorstellen om hier te moeten wonen. 

Dag 2 begint met een ontbijt om 7 uur. En dan vertrekken we. Het landschap is vlak omgeven door bergen en we rijden door een wit, door het zout, met dorre vlaktes. We stappen uit bij een treinrails, om daar foto's te maken. De koude wind snijdt echt door alles heen, waar je geen erg in hebt als je in de auto zit. Dus de fotoshoot wordt binnen 10 minuten afgewerkt, zodat we weer de warmte van de auto op kunnen zoeken. De stop daarna is het uitzicht op de berg van de zeven kleuren die tussen Bolivia en Chili ligt. Helaas kunnen we niet veel kleuren onderscheiden door de sneeuw die erop ligt. We bezoeken een aantal lagunas (meren) die op zo'n 4500 meter liggen. En waar flamingo's leven. Ik had toch altijd gedacht dat flamingo's (net als ik) van warmte hielden, maar niets is minder waar. Er zijn drie soorten flamingo's in dit gebied. De eerste stop bij de Laguna is een uitzichtpunt, maar de tweede laguna biedt de kans om de vogels van dichterbij te bekijken. Dit is ook de plek waar we gaan lunchen en net als we hebben bedacht dat we, ondanks de kou wel buiten kunnen eten, begint het te sneeuwen. Dus toch maar binnen zitten. Doordat je uit de wind zit is het een beetje aangenamer, maar warm kan ik niet zeggen. Het verbaasd me sowieso dat ze daar geen verwarming kennen met dit extreem koude weer. We gaan weer op weg en komen dan een vos tegen die onze restjes wel kan opeten. Aangezien er weinig te eten valt in dit gebied. Dan komen we aan bij een nationaal park en moeten we entree betalen: 150 Bolivianos (€18,75). Bij een nationaal park stel ik me altijd veel bomen voor en dieren. Maar niets is minder waar. Het is een dorre boel, waar weinig vegetatie is en ook weinig dieren te bekennen. Ook onze gids Luis is het niet helemaal eens met de hoogte van de entree, aangezien ze de wegen (voor zover je het wegen kunt noemen) niet bijhouden. Dus waar gaat dat geld heen? We stoppen bij de arbol de piedra (een rots boom). Deze is zo gevormd door de wind en het zand dat er langs schuurt. Over een aantal jaren zal de boom omvallen, omdat de stam al niet meer zo dik was. Er staat weer een ijzige wind en her en der ligt er nog sneeuw. Onze volgende stop is een laguna met roze water. Erg mooi om te zien met in de verte uitzicht op een vulkaan. Doordat er slecht weer op komst is slapen we in een ander hostel. We waren er al op voorbereid dat dit heel koud zou zijn, maar het klopte. In de comedor werd er uiteindelijk wel een vuurtje gestookt, maar de kamers waren steenkoud. De douche was ook alleen maar voorzien van koud water, dus ook deze keer fris ik mezelf een beetje op met mijn babydoekjes. Tijdens het eten delen we een fles rode wijn en de telefoons kunnen opgeladen worden. De stroom gaat 3 uurtjes aan om alle elektrische apparatuur te voorzien van sap. Na het eten vergaren we ons rondom het kleine kacheltje en dan wordt het tijd om naar bed te gaan. Het is ten slotte al half negen. Maar de wekker gaat vroeg de volgende ochtend. Om half zes moeten we klaar staan om te vertrekken en dan ontbijten we bij de hotsprings.

Maar de volgende ochtend worden we wakker in een witte wereld en worden de plannen gewijzigd. We eten bij het hostel en daarna vertrekken we. We rijden in een soort van colonne met alle tourauto's en dan zien we dat er een paar auto's stil staan. Het is een berg op met sneeuw en ijs wat het rijden bemoeilijkt. Dus na een tijdje overlegd te hebben met de andere drivers, wordt er besloten om een andere route te nemen naar de geisers. Ondertussen sneeuwt het nog steeds en is het aardig koud, ondanks dat we in de auto zitten. We komen aan bij de geisers en op dat moment komt de zon net over de bergen heen, de bergen die besneeuwd. Een heel mooi plaatje geeft het. Met de stoom van de geisers en het witte landschap. We rijden weer verder en komen aan bij de hotsprings. Ik hou van een warm bad, maar buiten is het nog tegen het vriespunt aan en een goede plek om je te verkleden is er niet, dus dan maar geen warm bad. Ook ben ik bang om het daarna nog kouder te hebben. De koukleum die ik ben. Maar de omgeving is prachtig. Een groot meer eromheen, met flamingo's, en in de verte de besneeuwde bergtoppen. Als we allemaal klaar zijn wachten we op Luis en dan rijden we zo'n 2,5 uur richting onze lunchplek. Het landschap is prachtig en we dalen een beetje. De zon schijnt en de lucht is blauw, dus het wordt lekker warm achter het glas. We maken een stop om even de benen te strekken en gebruik te maken van de Inca toilet (gewoon in de buitenlucht). En dan rijden we verder. We besluiten om niet t eten in de comedor, maar in de buitenlucht. Tussen grote rotsblokken in. Schijnbaar was een Italiaanse toerist op de fiets hier naar toe gefietst, maar had ie een zonnesteek opgelopen. Hierdoor dacht ie dus dat ie in een klein dorpje was en had ie in een heel comfortabel hostel geslapen. De volgende dag werd ie wakker en zag alleen maar rotsen om zich heen. Maar wat een mooie plek om te lunchen en wij zijn als enige. Daarna rijden we weer door en het landschap is nog steeds wel een beetje dorrig, maar we zien lama's en een familiesoort van de lama's, flamingo's en een soort van struisvogel. We gaan nu op weg naar Laguna Negra. Uit het niets rijst er een heel rotsblok op en daarachter ligt de zwarte lagune. Heel mooi en indrukwekkend landschap is dit. En dan wordt het tijd om richting Uyuni terug te gaan met een stop in een klein plaatsje San Cristobal. Meer om de gidsen even een pauze te geven dan dat het heel indrukwekkend voor ons is. 

In Uyuni aangekomen nemen we afscheid van elkaar en dan ga ik naar de terminal (een straat waar de bussen geparkeerd staan met kleine kantoortjes er langs) om een busticket te kopen richting Sucre. Ik had eigenlijk gepland om nog 1 nachtje in Uyuni te blijven, maar ik heb geen zin meer in de kou en de sneeuw. De bus gaat om 22 uur dus dat geeft me tijd om op mn gemak te eten en dan ga ik richting bus. Ik heb een cama stoel (bedstoel) die redelijk ver naar achter kan. Het enige nadeel van deze bus is dat er geen dekentje is, die moet je dus zelf meenemen. Dus gebruik ik mijn sjaal, maar ondanks dat is het erg koud. Ik slaap een klein beetje maar ben toch best moe als ik aankom in Sucre. Ik stap de bus uit en wederom is het koud. Na een toiletstop ga ik op zoek naar een taxi en die brengt me met een omweg naar mijn hostel en ik moet dan ook 2 Bolivianos meer betalen dan we hadden afgesproken. Dat komt omdat ik het adres verkeerd had gezegd, vertelde ie mij. Ik zei nog dat ik het hem op de kaart heb laten zien en dat ik het adres heb gezegd, maar hij wil niet luisteren en rijdt gewoon weg nadat ik hem 10 Bolivianos heb gegeven. Ach, die €0,25 maken ook niet uit, het gaat alleen om het principe. Ik bel aan bij het hostel en de eigenaresse doet open en ik mag gelukkig meteen richting een bed die ik zelf nog wel even op mag maken. Ik slaap nog een beetje en als ik wakker wordt schijnt de zon en kan ik genieten van een warme douche. Heerlijk!

Foto’s