Silvia en Popayan

27 februari 2019 - Silvia, Colombia

Om 7 uur in de ochtend stap ik achterop de motor om richting Silvia te vertrekken. Silvia is een klein plaatsje in de bergen op zo'n 132 km van Cali. Het ligt op zo'n 2800 meter hoogte en telt zo'n 30.000 inwoners. Vanwege de hoogte is het een stuk kouder dan in Cali. Elke dinsdag vind de plaatselijke markt plaats waar je niet alleen de kleuren van het fruit en de groenten kan bewonderen, maar ook de mensen van de inheemse stam: de Guambiano indianen. Elke dinsdag komen zij in kleurrijke chiva's in hun kleurrijke outfits naar de markt. 

De weg er naar toe is prachtig, al duurt het even om het drukke Cali achter ons te laten. Eenmaal uit Cali is de omgeving prachtig groen met de bergen op de achtergrond met de wolken die er omheen spelen. We rijden over rechte tolwegen, waar je echter als motor geen tol hoeft te betalen en uiteindelijk door de bergen waar het een stuk kouder is. We hebben plaatselijke regen en belanden in de wolken, letterlijk. En dan zien we het plaatsje Silvia vanuit de bergen liggen. We rijden door naar het plein in het centrum en parkeren de motor. Vervolgens gaan we richting de markt. Bij de eerste standjes voel ik me meer in Europa dan in Colombia, want er staat een klein busje vol aan toeristen. Maar als we een stukje verder lopen, waan ik me toch wel in Latijns Amerika, en eigenlijk meer in Peru of Bolivia. De inheemse indianen hebben een beetje eenzelfde stijl als de inheemse bevolking of stammen van Peru/Bolivia. Op de markt kun je van alles kopen; fruit, groenten, aardappelen, vlees, kleding, alles wat je bij de hardware winkel kunt kopen, machettes, brood..... Niet zoveel anders eigenlijk van de markten die ik in andere landen heb gezien, maar toch bijzonder om dit op een gewone dinsdag mee te mogen maken.
Na de markt doen we een koffietje met een pan de bono bij de plaatselijke bakkerij en gaan dan vervolgens nog verder de bergen in. Ditmaal over een niet geasfalteerde weg. De weg voert ons langs de rivier en langs visserijen. Wat zo leuk is aan die visserijen is dat je daar je eigen lunch kunt gaan vissen. Dus misschien handig om met niet té veel honger je visje te gaan vangen, want je hebt namelijk geen idee hoe lang het gaat duren voordat ze gaan bijten. Helaas skippen wij dit, maar zou het toch weleens een keer willen proberen.
We rijden zo'n 30 minuten omhoog en dan komen we aan bij een klein dorpje middenin de bergen. Het is bewolkt en een beetje regenachtig en ik heb het aardig koud. De temperatuur is zo'n 19 graden. Uh, wat?! En ik heb het koud bij die temperatuur? Ik denk dat ik niets meer gewend ben. We sluiten aan bij een klein groepje toeristen met 2 gidsen, mijn gids werkt namelijk ook voor hen. En dus gaan we een kijkje nemen in het huisje van een Guambiano indiaan. Het huisje is gemaakt van bakstenen, met een dak, maar die is niet helemaal aangesloten op de muren, waardoor de rook van het vuurtje makkelijk kan ontsnappen. In het kleine keukentje is er een vuurtje gemaakt waarop een kan met agua de panela staat te koken. Er als je de deur binnenkomt een kleine ruimte met daarin een tafel met allerlei handgemaakte souvenirs en foto's van de stam en de toeristen die op bezoek zijn gekomen, dan is er een slaapkamer maar die mogen we niet bewonderen. Als je naar de keuken loopt is er een ruimte die zo te zien niet wordt gebruikt en dan het kleine keukentje. Wat opvalt is dat ze geen stoelen of banken hebben. Het toilet is buiten en ook de douche is volgens mij buiten gemaakt. De vrouw legt ons uit hoe ze het weefgetouw gebruikt. Toen ze 11 jaar oud was heeft ze alles van haar moeder geleerd; koken, tassen maken, weefgetouw gebruiken, het huishouden. Haar moeder heeft het weer van haar moeder geleerd. De mannen werkten voorheen veel op het land maar zoeken nu werk in de stad. 
We krijgen warme en hele lekkere agua de panela met een soort van donut en dan lopen we richting het uitzichtpunt. Dat geeft uitzicht op de vallei met de rivier en aan de overkant een berg. Er wordt door hen geloofd dat je alles maar kan wensen door met beiden handen vooruitgestoken naar de berg te wijzen en dan krijg je de energie van de berg om je wensen uit te laten komen. Ik heb het gedaan, dus laten we zien of het uitkomt. Ik wist alleen niet of je het in het Spaans of Engels of Nederlands mocht/moest wensen, zou dat uitmaken? 
We nemen afscheid van de vrouw en van het groepje toeristen en vertrekken dan op de motor richting Popayan. Eerst nog een half uur hobbelend over de weg, door de regen en dan kunnen we Silvia achter ons laten. Ook de weg naar Popayan is prachtig, al is er wel meer vrachtverkeer wat zorgt voor wat oponthoud. Eenmaal aangekomen in Popayan is het een drukte van belang op de weg. In mijn hoofd was dit een idyllisch plaatsje waar alle huizen wit zijn. Nou dat laatste klopt, want in het centrum zijn er inderdaad alleen maar witte gebouwen en huizen. Maar buiten het centrum is het een gewone, drukke Colombiaanse stad. We zoeken een parkeerplaats en vertrekken dan naar het plein in het centrum, om vervolgens naar het uitkijkpunt te gaan. Popayan is een echte studentenstad en dat zie je ook, vele studenten en vele leuke kleine barretjes en restaurantjes. Op het uitkijkpunt kun je de hele stad overzien en hebben we de zonsondergang. 

Dan is het weer tijd om terug te rijden en stappen we weer op de motor en rijden we weer richting Cali, deze keer zo'n 138 km. Het is donker dus van het prachtige uitzicht is er weinig te zien. En dan is er ook nog eens een flinke regenbui, maar gelukkig is het grootste gedeelte van  de terug reis droog. Na bijna drie uur komen we aan in Cali, beetje stijf van het zitten op de motor, maar na een geweldige dag. 

Foto’s

1 Reactie

  1. Jeanne:
    27 februari 2019
    Leuk uitstapje op een doordeweekse dag.
    In eerste instantie dacht ik ook dat het in Peru of Bolivia was. Supermooie foto's heb je weer gemaakt.